tussen spoor & Watering

Akkers van De Waterhond, Matsmanstuk, De Elzenboom en Padland

oude veldnamen in het Westzijderveld / 9


Het Westzijderveld tussen de Gouw en de Watering is deels behouden gebleven, maar het gebied tussen de spoordijk en de Watering is volledig onder het zand verdwenen; daar ligt nu de wijk Westerkoog. Tot ruim een eeuw geleden was dit een landschap met molens. Op de veldnamenkaart zijn hun sporen duidelijk zichtbaar, om te beginnen in de vorm van vier opvallende werf-namen aan de oostoever van de Watering, die de locaties van voormalige molen(w)erven markeren.¹

Tussen de Mallegatsloot en de Weelsloot, en van zuid naar noord:
• Werf van De Waterhond
• Werf van De Matsman
• Werf van De Elzenboom
• Werf van De Jonge Wildeman


De Waterhond
oliemolen
a° 1662, 1811 gesloopt
De molen stond op de hoek van de Mallegatsloot en de Watering, twee brede vaarsloten. Die standplaats verklaart zijn naam, want een waterhond is een waterminnende hond, een waterminnend hondenras. De drie relatief kleine, smalle vaarpercelen bij de molen zijn op de veldnamenkaart samengenomen onder de naam Akkers van De Waterhond.

De Matsman
pelmolen
a° 1746, 1903 verbrand (blikseminslag)
Windbrief op 25-02-1747 uitgereikt aan Claas Mats. Diens naam verklaart de molennaam, waarbij Matsman een knipoog lijkt naar De Marsman,² een papiermolen die ook in het Westzijderveld stond, maar dan een stuk zuidelijker, aan de Westzanerdijk. De molennaam De Marsman was weer ontleend aan de naam Cornelis Mars, de alias van de eigenaar Cornelis Aldertsz. Blok. Een marsman was een marskramer.

Het stuk land dat aan de werf van De Matsman grenst, heet op de veldnamenkaart Matsmanstuk. Aan de andere kant van de Watering, schuin tegenover De Matsman, lag de Akker van de Matsman.
Eveneens aan de overkant van de Watering, maar dan recht tegenover de molen, is op de veldnamenkaart het Marsmanstuk opgetekend. ¿Is dit een verschrijving voor Matsmanstuk en lag er aan weerszijden van de Watering een perceel met dezelfde naam? Dat zou wel verwarrend kunnen zijn geweest.

De Elzenboom
pelmolen
a° 1752, 1901 verbrand
Windbrief op 25 februari 1752 uitgereikt aan Lourens van Elsland.
Een van de twee percelen die grensden aan het molenerf heette zelf ook De Elzenboom.

De Jonge Wildeman
pelmolen
a° 1727, 1902 gesloopt (achtkant overgebracht naar Renswoude)
Windbrief op 13 maart 1728 uitgereikt aan Maerten Wildeman. Zijn zoon heette Cornelis Maertensz. Wildeman. Cornelis was Wildeman jr. oftewel ‘de jonge Wildeman’.
Anders dan bij de drie voorgaande molens is er op de veldnamenkaart bij De Jonge Wildeman geen akker te zien waarvan de naam een band met de molen veronderstelt. ¿Wellicht heeft zo’n akker wel bestaan, want een van de straten van de wijk Westerkoog heet Wildemansakker. Mogelijk is de straatnaam ontleend aan het maatboek van Dirk Cornelisz. IJff.


Vaak werd de naam van een molen niet willekeurig gekozen. Bij drie van de vier besproken molens is de (officiële) naam geïnspireerd op de naam van de bouwheer. Behalve in de namen de oude molenerven komen de namen van drie van de vier molens ook terug in een of meer aangrenzende c.q. nabijgelegen percelen. Namen als Akker van de Matsman en Akkers van De Waterhond impliceren dat deze percelen niet alleen bij een molen lagen, maar ook bij een molen hoorden. Dat molenaars vee lieten grazen op het land bij hun molen blijkt onder meer uit de jeugdherinneringen van de Koger kunstschilder Félicien Bobeldijk (1876-1967). In zijn impressie van het Westzijderveld spreekt hij namelijk van “de schapen, behoorende bij den molen”.
Aafje Gijsen schrijft in haar dagboek dat haar broers koeien en ossen kochten en een schaap verkochten.³ Het ligt voor de hand dat deze dieren werden geweid op het molenland van de familie Gijsen en dat de knechten een oogje in het zeil moesten houden.


Al die bedrijvigheid maakt nieuwsgierig naar de infrastructuur van het Westzijderveld. Smalle, onverharde voetpaden leidden naar de molens. Die paadjes liepen over boerenland en waren vast niet openbaar toegankelijk. Het werkvolk had echter recht van overpad. ¿Wellicht was er ook een pad dat wél publiekelijk toegankelijk was. Interessant in dit verband is de veldnaam Padland. Twee aaneengelegen percelen heetten zo. Ze waren ongeveer van dezelfde lengte en breedte en via deze twee landerijen kon je van de spoordijk helemaal tot aan de Watering komen.

molens bij Zaandam

Tot de infrastructuur behoorden ook de zogeheten kippenbruggetjes: hoge voetgangersbruggen om het vaarverkeer niet te belemmeren, want veel verkeer, zeker het vrachtverkeer voor de aan- en afvoer van goederen, ging over water. Zo’n kippenbrug is prominent afgebeeld op het schilderij Moulins près de Zaandam dat de Franse impressionist Claude Monet in 1871 in het Westzijderveld schilderde. Wat opvalt is het hek waarmee deze kippenbrug kon worden afgesloten. Het was blijkbaar niet de bedoeling dat Jan en alleman er onbeperkt toegang had.

Ook ten westen van de Watering stonden molens, waaronder De Boot en De Wezel. Moest het werkvolk roeien om bij hun molen te kunnen komen of ¿was de Watering overbrugd? Op de topografische kaart uit ca. 1900 heb ik geen brug kunnen bespeuren, maar wie weet heeft er ooit wel een brug gelegen. Een kloeke kippenbrug.


Dirk Glandorf




Uit het dagverhaal van Aafje Gijsen:

Myn broeder Gerrit heeft met Willem neef Middelhoove na Essendelft geweest en daar 2 koejen gekogt.
(30-03-1773)

Een wynig daarna quam Jacob Bynema, dog hy ging ter stond met myn broeders, Abraham Hoovens & Willem neef Middelhooven na ’t huys van den laaste genoemden, daar myn broeders al ten eeten geweest hadden met nog twee van Essendelft, die een koe voor haar [hen] gebragt hadden.
(27-04-1774)

’s Middags ginge myn broeders en Willem Simonse Eg na de Hoornse koemarkt.
(29-04-1774)

Ten 8 uuren quam Cornelis Corf en een wynig daarna quamen myn broeders tuijs en hadden 4 koejen gekogt tot Hoorn.
(30-04-1774)

Voordemiddag kreege wy Cornelis neef Middelhooven en zyn broeder Willem om de koejen te zien.
(01-05-1774)

’s Morgens was myn broeder Gerrit na Purmerent gegaan met een knegt om eeniege osse te koopen en was ten 2 uuren tuys gekoomen, hebbende van Purmerent af geloopen met 5 ossen.
(02-05-1774)

Wy hebben ’t van avondt drok gehadt met de nigootsie, want Grietje nigt heeft een jonk schaappie aan Corf verkogt en myn broeders een aan Crelis neef Ouwejan.
(15-04-1775)




1 Tussen de Mallegatsloot en de Weelsloot stonden meer molens, o.a. De Glazenmaker, De Sint-Jacob, Het Gekroonde Zeepaard en De Eendracht. Pelmolen De Glazenmaker grensde weliswaar aan de Watering, maar heeft op de veldnamenkaart geen werf-naam.
2 Matsen is een variant van metsen ‘metselen’ (Vlaams metser ‘metselaar’). Metsen en zeker matsman zullen in de Zaanstreek onbekend of ten minste obscuur zijn geweest, het is daarom twijfelachtig dat matsman woordspelig was bedoeld in de betekenis ‘metselaar’.
3 J.W. van Sante, de bewerker van het dagverhaal, zegt over deze veehouderij: “Merkwaardig, dat Zaanse kooplieden zelf een paar koeien hielden voor de voorziening van melk en vlees. De dagelijkse verzorging zal wel grotendeels overgelaten zijn aan het personeel, maar ze zullen – en dat blijkbaar al jong – zoveel verstand van vee gehad moeten hebben, dat ze wisten, wat ze kochten.”


Referenties
Het dagverhaal van Aafje Gijsen, 1773-1775, toegelicht en van aantekeningen voorzien door J.W. van Sante, 1986.
G.J. Boekenoogen, De Zaansche volkstaal, 1897, lemma Padland.
Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), lemma kippenbrug (gepubliceerd in 1929).
Félicien Bobeldijk, Jeugdprentjes; een jeugd aan de Zaan, 1934.
Gemeentewerken Koog aan de Zaan, ‘Benaming gronden in het Westzijderveld te Koog a/d Zaan’ [veldnamenkaart in de Beeldbank v.h. Gemeentearchief Zaanstad], 1972.
Molendatabase.nl.



» Mallegat, Sigaar, Texel, Het Hofje en de Polder van Wijb Verwer.
» De Bankies, Henstuk, Kerkhof, De Stinkerd en De IJzeren Ven.
» Biggenstuk en Varkensland.
» Baanakker, Kopakker, Mosakker, Slijpakker en Turfakker.
» Breedje, Klampakker, Smidslandje, Tweebeen en De Driehond.
» Lombok, ’t Sloppie en Weeshuisland.
» Kousenband, Pruthuisstuk en Ruigebol.
» Legerstuk, De Grote Vijver en Vijvertje.
» index


Geplaatst op 14 april 2025, gewijzigd op 18 april 2025.

© de 5e Verdieping 2025