Zaans starn, star(re), starreling, stikstar(n), stiksteert ‘visdief’ (Sterna hirundo)


Prachtig ranke vogeltjes zijn de vischdiefjes, met diep ingesneden zwaluwstaart en lange, slanke vleugels. Reinwit en zilvergrijs is hun veerenpakje met een mooi, diep zwart schedelkapje en korte koraalroode pootjes. Ze zoeken hun voedsel stootduikend in het water en nooit, zooals meeuwen, loopend op den grond.

Dat schrijft Nol Binsbergen in Vogels van weide en rietland over de visdief. Maar hij noemt geen Zaanse dialectnaam voor deze sternsoort. Daarvoor kunnen we weer terecht bij De Zaansche volkstaal.

stikstar,¹ znw. vr. Daarnaast soms stikstarn, en te Jisp stiksteert. Zekere vogel. Stern, meeuwtje, vischdiefje. Lat. Sterna hirundo [visdief] en S. cantiaca [grote stern (Thalasseus sandvicensis)]² […] Evenzoo elders in N.-Holl. […].

stiksteert, znw.; zie STIKSTAR.

starreling, znw. m. Zekere vogel. Stern, vischdiefje. Synon. stikstar. […]

Het lemma stikstar-ei – weinig verrassend ‘ei v.d. visdief’ – gaat vergezeld van twee gedateerde attestaties, zodat we weten dat de naam stikstar midden 18e eeuw al werd gebruikt: 26 dito [26-05-1743] 14 eyeren: 2 koet- en 12 stikstareyeren. 1744, 28 April [28-04-1744], 19 eyeren: 9 stikstarens en 10 koet (gevonden, en vast ook geraapt).

Stikstar(n), stiksteert en starreling. Deze drie Zaanse vogelnamen hebben hun weg gevonden naar De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis. Daarin wordt stiksteert verklaard als “‘stukstaart’, alsof er een stukje uitgeknipt is.” Als bij een zwaluwstaart. Daarom ook Sterna hirundo (Latijn hirundo ‘zwaluw’) en zeezwaluw.

Zaans starreling is met het suffix -ling afgeleid van star(re), een dialectvorm van stern (vgl. star als oude variant van ster ‘hemellichaam’). De Zaansche volkstaal bevat geen lemma star of starre, maar Koos Jonker vermeldt beide varianten in Zaanse vogels. Star(re) en Starn leven nog voort in de waternaam Starnmeer (officieus Starremeer), een droogmakerij die grenst aan de Zaanstreek en tot 1643 een meer was, waar blijkbaar opvallend veel visdieven voorkwamen.³

Stiksteert wordt door Boekenoogen gesitueerd in Jisp, een dorp in de noordoostelijke Zaanstreek. Vergelijkbaar met stiksteert is splitstaert, een van de drie namen voor de visdief in het standaardwerk Nederlandsche vogelen.

Hunne gedaente, en gaeuwheid in ’t vliegen, in welke beide opzichten zy naer de Zwaluwen zweemen, deeden hen de naem van Zee zwaluwen krygen, terwyl zy ook veel al Vischdiefjes, (als by verkleining) werden geheeten, omdat zy, fyner en tederer van gestalte dan de andere Meeuwen, de kleine vischen met zonderlinge vlugheid uit de wateren weeten te rooven. Splitstaerten worden zy ook hier en daer genoemd, om reden hunne diepgevorkte staerten […].




1 Stikstar werd ± 1920 in de omgeving van Gouda gebruikt voor de zwarte stern. (Scheygrond)
Opvallend is de overeenkomst tussen Zaans stikstar en Gronings ikstar ‘visdief’. In het 17e-eeuwse manuscript Jacht-Bedryff is sprake van “een meeuw” (lees: stern) genaamd hicksteert, hicstaert. De schrijver heeft abusievelijk een initiële h toegevoegd; het betreft dus de ‘ikstaart’.
2 De Zaanse attestaties hebben betrekking op de visdief, want de grote stern – een kustvogel – komt er niet voor.
3 Jonker, p. 153. Schönfeld vermeldt het toponiem Starnlant ‘sternland’, een 18e-eeuwse veldnaam uit het West-Friese dorp Schellinkhout, aan de Zuiderzee-/IJsselmeerkust bij Hoorn.


Referenties
[anoniem] Jacht-Bedryff; naar het handschrift in de Koninklijke Bibliotheek te ’s-Gravenhage [± 1639], bewerkt door A.E.H. Swaen, 1948, p. 51 en 104, noot 328.
Cornelius Nozeman & Martinus Houttuyn, Nederlandsche Vogelen, deel 3, 1797, p. 105.
G.J. Boekenoogen, De Zaansche volkstaal, 1897, lemma’s starreling, stikstar, stikstar-ei en stiksteert.
A. Scheygrond, ‘Avifauna Goudana; lijst der tot dusverre in de omstreken van Gouda in wilden staat waargenomen vogelsoorten, slot’, in De Levende Natuur 27(10):302-311, p. 308.
Nol Binsbergen, Vogels van weide en rietland, 1937, p. 65.
M. Schönfeld, Veldnamen in Nederland, 1950, herdruk 1980, p. 93.
J. de Vries Woordenboek der Noord- en Zuidnederlandse plaatsnamen, 1962, lemma Starnmeer.
J. [Koos] Jonker, ‘Visdief (Sterna hirundo)’, in Zaanse vogels, 1983, p. 153-156.
Henk Blok & Herman ter Stege, De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis, 4e ed. 2008, lemma visdief.



» Zaans blauwe mieuw ‘zwarte stern’.
» Zaans grutter ‘grutto’.
» Zaans haaijong ‘roerdomp’.
» Molen De Bonte Kieft.
» Molen De Grauwe Kieft.
» Molen De Poelsnip.
» Molen De Schijtjager.
» index

» Etymologiebank: lemma visdief.
» Vogelbescherming Nederland: de visdief.


Geplaatst op 26 november 2020, gewijzigd op 18 februari 2022.

© de 5e Verdieping 2020-2022