Roezen in Zaanse ouverture


De roman Zaanse ouverture (Simon en Johannes) verscheen in 1952, maar speelt zich af omstreeks 1900. De Simon uit de titel lijkt te zijn gemodelleerd naar Cor Bruijn als een jongeman, als jongen. Zaanse ouverture is geen literatuur met een grote L, maar wie geïnteresseerd is in Wormerveer en leest met een historisch antropologisch brilletje op, zal het wellicht best apart vinden. Daarbij popt er af en toe een woordje Zaans op, roezen bijvoorbeeld:

Hij kon er echter geen woord van verstaan, want door de bomenkruinen roesde de nachtwind.¹

Hier is roezen ‘ruisen’, met behoud van de oorspronkelijke oe-klank.²
Roezen veronderstelt een zeker volume, en dat brengt ons bij een andere betekenis, vervat in deze twee citaten:

De jongens roesden luidruchtig, omdat Simon nieuwe schoenen kreeg.

Moeder was in de kamer, vader hielp volk in de winkel, de kinderen roesden.

In De Zaansche volkstaal heeft roezen de betekenis ‘rumoer maken, tieren, woelen, stoeien’. Ook opgenomen is de afleiding roezig ‘rumoerig, woelig, druk’ (De kinderen benne erg roezig vandaag), roezig weer ‘onstuimig weer’. Dit sluit mooi aan bij de citaten uit Zaanse ouverture.

Volgens Boekenoogen was roezen bij de 17e- en 18e-eeuwse schrijvers heel gebruikelijk. Maar het woord is in onbruik geraakt; het is geen Standaardnederlands, staat ook niet in Van Dale, en mijn indruk is dat het ook in de Zaanstreek niet of nauwelijks meer wordt gebruikt. Wél Standaardnederlands is een reduplicatie van roezen: roezemoezen.




1 In Zaanse ouverture komt ook het zelfstandig naamwoord geroes ‘geruis’ voor, in de samenstelling windgeroes.
2 Zoals in Drents hoes ‘huis’.


Referenties
G.J. Boekenoogen, De Zaansche volkstaal, 1897, lemma’s roezen en roezig.



» Wat betekent reuring?
» Zaans gnappies.
» Zaans gniepen.
» Zaans krammenakkig.
» Zaans warsig.
» Waarom heet de koekoek geen kuikuik?
» index


Geplaatst op 30 maart 2015.

© de 5e Verdieping 2015