Zaans gnap, gnappies, opgnappen


Eerder al schreef ik hier over het Zaanse woord gniepen. Ook sommige andere Zaanse woorden hebben die opvallende gn-anlaut. De bekendste is wel gnappies ‘netjes, verzorgd’, een afleiding van gnap ‘knap’. Waar het Standaardnederlands een k heeft, heeft het Zaans dus een g. De k is een stemloze plofklank, de g een stemhebbende wrijfklank, maar het zijn beide velaren, m.a.w. ze worden achter in de mond-keelholte geproduceerd, bij het velum (het zachte, achterste gedeelte van het gehemelte).

Het WNT schrijft over gnap: “Een gewestelijke wisselvorm van Knap, uit den Westfrieschen tongval in de Hollandsche schrijftaal der 17de en 18de eeuw opgenomen”. En: “De woorden met Gn- schijnen alle afkomstig uit de Friesche en Saksische gewesten”, d.w.z. zijn oorspronkelijk niet-Hollands. Voor wat betreft het Zaans ligt het voor de hand dat ze uit het Fries afkomstig zijn.¹ Het Zaans is namelijk een Hollands dialect op Fries substraat; ooit was de Zaanstreek Friestalig gebied en dit schemert als het ware nog een beetje door.




De Zaandamse juffer Aafje Gijsen gebruikte op 10 juni 1775 het werkwoord opgnappen ‘opknappen’ in haar dagboek.²

Van middag moet ik met myn moeder & meerder gezelschap na de tuyn van Klaas neef Klyndert, die hy van de winter gekogt heeft en die hy merkelik laat opgnappen. Hy is geleegen aan de oostzy van Zaandam op ’t Blokkie.




1 Zie ook Van Bree: “Op Friese substraatinvloed lijkt ook anlautend gn- in plaats van kn- te wijzen. […] Vergelijk WFri. gnap (id. Fri.) voor ZHoll./Ndl. knap […].”
2 Opgnappen komt ook voor in de Camera Obscura. Hildebrand (ps. v.d. Haarlemmer Nicolaas Beets) voert daarin een dialect sprekende Kennemer boerin op: “‘Och jae,’ zeit de vrouw; ‘we hebben twee lammetjes van dat ooi, ien witje en ien zwartje, dan dan dut is. Maar ’t eine het ie zóó dat ’et ’eboren was likt en opgnapt […].’”


Referenties
Hildebrand, Camera Obscura, 1839.
Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), lemma gnap (gepubliceerd in 1891).
Het dagverhaal van Aafje Gijsen, 1773-1775, toegelicht en van aantekeningen voorzien door J.W. van Sante.
Jan Berns (i.s.m. Sanne Steusel), Noord-Hollands (deel 19 uit de serie Taal in stad en land), 2004, p. 39-40.
Cor van Bree, Een Fries substraat in Noord-Holland?, It Beaken, jg. 74, 2012, nr. 1/2, p. 173-205.



» Zaans gniepen.
» index


Geplaatst op 18 maart 2015, gewijzigd op 13 december 2024.

© de 5e Verdieping 2015-2024