Sightseeing in Omzien in verwondering


Een van de verrassende woorden in Omzien in verwondering is sightseeing.

{p. 163-164}  We brachten het niet op, tussen de bedrijven van het congres door nog veel aan die culturele sightseeing te doen die de barbaar uit het noorden zich in Italië tot een plicht rekent.

{p. 244}  Op een zondag […] overwon ik Jans sightseeings-afkeer zo ver dat hij zich liet meeslepen naar Chartres en daar hadden we toch allebei geen spijt van.

Het woord deed wat anachronistisch aan – misschien omdat Annie Romein-Verschoor al een oude dame was toen ze haar herinneringen opschreef, misschien ook omdat het voorkomt in beschrijvingen die betrekking hebben op 1949 respectievelijk 1957 – maar het leenwoord sightseeing bleek al vele tientallen jaren mee te draaien in onze taal. Het Chronologisch woordenboek geeft als debuutjaar zelfs 1876. Het betreft een citaat uit het verslag van de Italiaanse reis van Busken Huet.

Maar toch, veel wezenlijk genot kunnen dergelijke vliegtogten¹ niet aanbieden. Sight-seeing en nogmaals sight-seeing is er schering en inslag van, en alleen voor jonge lieden is deze manier van reizen aan te bevelen.

Het gaat hier om Amerikanen die een georganiseerde reis door Europa maken, met Italië als hoofddoel. Het woord is cursief gedrukt: sight-seeing ‘het als toerist (vluchtig) bezichtigen van de (belangrijkste) bezienswaardigheden van een plaats, inz. een stad’ (WNT). Het vakantieland Italië was al eerder ontdekt door gefortuneerde Engelsen, die er voor kortere of langere tijd en in groten getale neerstreken.² Busken Huet schrijft:

Sints de Engelschen het reizen en verblijven in Italie tot eene modezaak gemaakt hebben, – en dat dagteekent van ruim eene halve eeuw geleden [m.a.w. uit het begin v.d. 19e eeuw], – hebben met name de Napolitanen zich gewend, elke vreemdeling als een vermogend Engelschman te beschouwen, die gewoon is bij ponden sterling te rekenen en uit de hoogte op lira’s nederziet. Italie zelf en het reizend publiek in het algemeen hebben aan die doortrekkende of sedentaire Engelschen, in alles wat comfort betreft, groote verpligtingen. Hun is het te danken, dat in alle groote Italiaansche steden bewoonbare hôtels zijn verrezen, wandelparken zijn aangelegd, vervoermiddelen in het leven zijn geroepen, gelegenheden zijn geopend om kerken, muzeums, oudheden te bezigtigen. Zij hebben Italie – het Italie waar men heenreist om zich het hart op te halen aan kunst en natuur, – ontdekt; en de hoogere standen hebben er hen voor beloond, door het overnemen van hunne zeden en hunnen stijl van leven. Al wie tot de Italiaansche aristokratie van geboorte of geld behoort en zich de weelde kan veroorloven equipage te houden, rijdt in een Engelsch rijtuig, met Engelsche paarden, en een Engelsch koetsier. Ten minste, het ziet er alles Engelsch uit; en wie zondagsmiddags te Rome op den Monte Pincio, te Napels in de Villa Reale, te Florence in de Cascine, te Milaan langs het Corso toert, waant zich naar Londen en in het hart van Hyde Park verplaatst.




1 Een vliegtogt is in dit geval uiteraard geen vliegreis, maar een soort blitztoer, zoals we dat nu nog kennen van o.a. Aziatische toeristen: Europa doen in een week.
2 Lees/zie de roman/verfilming A Room with a View.


Referenties
Annie Romein-Verschoor, Omzien in verwondering 2, 1971.
Conrad Busken Huet, Van Napels naar Amsterdam. Italiaansche Reis-Aanteekeningen, 1877, p. 9-10. (Eerder verschenen in afleveringen in de krant.)
Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), lemma sightseeing (gepubliceerd in 2001).



» Speurig in Omzien in verwondering.
» “Maar zijn de dames dan niet bang voor haar teint?”
» Uitvlooien in Het leven van een landloper.
» De uitvreter in een sightseeingcar?
» index


Geplaatst op 10 september 2015.

© de 5e Verdieping 2015