reuring-watching IV
Reuring beroering, commotie, heisa, ophef, opschudding
Van Dale Hedendaags Nederlands is soms verder dan zijn ouwe dikke broer. Waar de Dikke Van Dale bij reuring alleen de betekenis gezellige drukte geeft, synoniem vertier, geeft Hedendaags Nederlands óók beroering, ophef.
Hieronder twee heel recente voorbeeldzinnen met reuring in betekenis 1 respectievelijk 2:
„Het was leeg hier, nu is er weer een beetje reuring in het gebouw” [ ]
(20-04-2015, Amersfoortse Courant)Soms lopen we wel iemand aan, maar dat is om reuring te veroorzaken tussen verdachten. De verdachte raakt in paniek, gaat een medeverdachte bellen, en dan heb je ze.
(21-04-2015, NRC)
naschrift
Inmiddels heeft de (elektronische) Dikke Van Dale bij het lemma reuring een tweede betekenis opgenomen: heisa, beroering, gedoe, ophef.
» Waar komt het woord reuring vandaan?
» Reuring bij Pauw & Witteman.
» Reuring ophef
» In de reuring zijn.
» index
Geplaatst op 21 april 2015, gewijzigd op 24 september 2019.
© de 5e Verdieping 2015-2019