Baard Springer, Drielingen, Gouwstuk, Matje en Ruzieakker

oude veldnamen in het Westzijderveld / 11


Baard Springer
“Welke idioot heeft deze straatnamen ooit kunnen verzinnen!”
Een dergelijke reactie verwachtte de heer Hartog van een argeloze wandelaar als die door de laatste bouwfase van Plan Havenzathe zou lopen. Daar had men voor de straatnaamgeving namelijk geput uit het “overschotje” aan veldnamen, het soepie. Als voorbeelden van buitenissige straatnamen noemt hij Ruigebol en Baardspringer.

Op de veldnamenkaart is de schrijfwijze BAARD SPRINGER, met een spatie. Baard Springer is een persoonsnaam. Soortgelijke namen op de veldnamenkaart zijn Piet Kraay, Hein Vis en Klaas Wit.
Baard is een samentrekking van Barend. Die voornaam was in de Zaanstreek niet ongewoon en komt ook nu nog wel voor, de achteraam Springer daarentegen was (en is) er ongewoon. Toch vind je op internet een Zaankanter met de naam Barend Springer: Barend Hendriksz. Springer uit de Koog, geboren in of voor 1741 (hij werd in 1741 gedoopt) en gestorven in 1793. Zijn vader heette Hendrik Barendsz., dus zijn grootvader heette eveneens Barend Springer. Of die ook uit de Koog kwam weet ik niet.
Is Barend Hendriksz. dé Baard Springer? Gegeven de zeldzaamheid van zijn naam gooit hij beslist hoge ogen. Zijn beroep (boer?) had een extra aanwijzing kunnen zijn, maar dat heb ik op internet helaas niet kunnen vinden.

Drielingen
De Drielingen vormden een complex van drie bijeengelegen perceeltjes. Het waren behalve kleine ook gelijkvormige (smalle, lange) perceeltjes. Ze waren als het ware een eeneiige drieling.

Gouwstuk
De verklaring is duidelijk: het Gouwstuk is – het ligt er nog – een aan de Gouw gelegen stuk land. Erg onderscheidend is de naam niet, want er zijn in het Westzijderveld talrijke stukken land die voor een dergelijke benaming in aanmerking komen. Het veronderstelt dat de boer die het Gouwstuk bewerkte slechts één aan de Gouw gelegen stuk land had.

Matje
Het Matje was een klein perceeltje aan het spoor. Het grensde aan Het Lange Stuk, dat zo lang was dat het bijna tot aan de Watering liep, namelijk tot aan de werf van pelmolen De Elzenboom.

Een mat is een oude landmaat, met als eigenlijke betekenis ‘oppervlakte land dat een maaier in één dag kon maaien’.¹ De grootte van een mat verschilde per gebied. Mat was ooit een algemeen element in veldnamen, en niet alleen in de Zaanstreek, maar al in Boekenoogens tijd, eind 19e eeuw, was deze landmaat in onbruik geraakt. Dit kan verklaren waarom de veldnamenkaart slechts één mat-naam telt: waarschijnlijk zijn er vroeger meer mat-namen geweest, maar hebben die in de loop der tijd een andere naam gekregen.²

De straatnaam Matjesveld in Westerwatering zal zijn gebaseerd op de veldnaam Matje. Het woorddeel -veld is er dan aangeplakt omdat de straat geprojecteerd werd in een ‘veld-wijkje’, waarvan alle straten veld-namen kregen: Geerteveld, Oosterveld, Paalveld, Vijfpootveld enz.

Ruzieakker
De Ruzieakker zal ooit inzet zijn geweest van een geschil. De kans is groot dat er gesteggeld werd over het recht van overpad, wellicht van het werkvolk van De Jonge Wildeman, de pelmolen die in het verlengde van de akker stond. In dat geval was het pad over de twee aaneenliggende percelen direct ten noorden van de Ruzieakker, beide Padakker geheten, mogelijk het resultaat van dit geschil: voortaan liep het werkvolk over de Padakkers naar hun molen.


Dirk Glandorf




1 Mad, mat is afgeleid van het werkwoord maaien. 1 mat = 4 hond, 1 (Rijnlandse) hond = 0,14 ha.
2 Zoals de veldnamenkaart ook opvallend weinig ven-namen telt.


Referenties
G.J. Boekenoogen, De Zaansche volkstaal, 1897, lemma’s mad, mat en hond.
Gemeentewerken Koog aan de Zaan, ‘Benaming gronden in het Westzijderveld te Koog a/d Zaan’ [veldnamenkaart in de Beeldbank v.h. Gemeentearchief Zaanstad], 1972.
Wikipedia, lemma’s hont, Rijnlandse roede en roede (d.d. 21-09-2025).



» Chocoladewerf, Polder van De Wezel, De Veerling en De Storm.
» Akkers van De Waterhond, Matsmanstuk, De Elzenboom en Padland.
» Mallegat, Sigaar, Texel, Het Hofje en de Polder van Wijb Verwer.
» De Bankies, Henstuk, Kerkhof, De Stinkerd en De IJzeren Ven.
» Biggenstuk en Varkensland.
» Baanakker, Kopakker, Mosakker, Slijpakker en Turfakker.
» Breedje, Klampakker, Smidslandje, Tweebeen en De Driehond.
» Lombok, ’t Sloppie en Weeshuisland.
» Kousenband, Pruthuisstuk en Ruigebol.
» Legerstuk, De Grote Vijver en Vijvertje.
» index


Geplaatst op 21 september 2025.

© de 5e Verdieping 2025