Gerbrandy een antirevolutionaire couppleger?

Twee dingen


Afgelopen zaterdag, 5 december 2015, stond in de NRC een interview met Sytze van der Zee, oud-hoofdredacteur van Het Parool. Onlangs is van zijn hand een biografie verschenen over François van ’t Sant, vertrouwensman van Wilhelmina, met de James Bondachtige titel Harer Majesteits loyaalste onderdaan. Daarin onthult hij dat Erik Hazelhoff Roelfzema, alias Soldaat van Oranje, een staatsgreep had beraamd: in april 1947 zou het kabinet-Beel I worden afgezet en worden vervangen door een groep sterke mannen onder leiding van oorlogspremier Pieter Sjoerds Gerbrandy.

Er waren al twee andere coupplannen bekend waarbij Gerbrandy betrokken was, maar nieuw was dat dit plan de liquidatie van het PvdA-kopstuk Koos Vorrink omvatte. Van der Zee baseerde zijn onthulling op een document dat een kleinzoon van Van ’t Sant in een koffertje op zolder bewaarde. Van der Zee zei tegen de journaliste: “Historici zijn huiskamergeleerden die hun informatie onttrekken aan papier. Een journalist moet het hebben van praten. Wij zijn sociaal, we peuteren informatie los bij mensen.”

Het maakte nieuwsgierig naar wat een andere oud-journalist, Igor Cornelissen, hierover heeft gezegd. In 1994 had hij het plan opgevat om een biografie over Gerbrandy te schrijven. Die biografie is er nooit gekomen, maar in Een boer achter een raam, het vierde deel van zijn herinneringen, wijdt Cornelissen wel een aantal pagina’s aan “de kleine, onverschrokken Fries met de walrussnor”. Hij schrijft onder meer:

Er waren, door de jaren heen, geruchten dat er in 1946-1947 plannen waren voor een staatsgreep in Nederland. Uiterst rechts wilde korte metten maken met de Partij van de Arbeid, die gezien werd als een drijvende kracht achter het Indonesische nationalisme. Gerbrandy werd genoemd als een van de potentiële coupplegers. Wat wist De Gaay Fortman daarvan? De inmiddels drieëntachtigjarige ex-minister van Justitie uit het geruchtmakende kabinet-Den Uyl vertelde mij dat Gerbrandy hem had gezegd dat er drie mannen bij hem waren gekomen (hun namen noemde hij niet) die hem hadden gevraagd aan een staatsgreep mee te doen. Gerbrandy had geantwoord het een slecht idee te vinden. Daar was Nederland geen land voor ‘en het doel zal niet worden bereikt.’ Daarmee, commentarieerde De Gaay Fortman, wilde Gerbrandy twee dingen laten merken: dat het beleid van de regering zó slecht was dat er al mannen met zo’n idee rondliepen én dat iemand uit zijn mond zou horen dat hij principieel niet voor een putsch te vinden was.




Referenties
Igor Cornelissen, Een boer achter een raam, 2011, p. 196.
Rinskje Koelewijn, ‘Een journalist moet praten’, NRC Handelsblad, 05-12-2015.



» De einzelgänger Gerbrandy, een eigengereide Fries.
» De heethoofd Gerbrandy.
» Uitvlooien ‘screenen’.
» index


Geplaatst op 8 december 2015, gewijzigd op 17 september 2018.

© de 5e Verdieping 2015-2018