Zo als wij by malkanderen zaten om een koppie koffiemelk te drinke quam Tryntje Visser […]
(Het dagverhaal van Aafje Gijsen, 25-02-1774)

Een lekker koppie koffiemelk


Bij de 18e eeuw passen pruikentijd, Franse school, Franse mode, Franse tuin & Engelse tuin, verlichtingsfilosofen, patriotten & orangisten, sociëteit, buitenplaats en koffiehuis & theekoepel. 18e-eeuwers waren theeleuten, de beter gesitueerden althans, wat gegeven de mode van die tijd tamelijk onpraktisch moet zijn geweest. Ook in het dagboek van Aafje Gijsen worden er flinke hoeveelheden thee en koffie geconsumeerd, en en passant een koppie koffiemelk. Dat was ‘melk op koffie getrokken of met koffie gekookt’ (Van Dale).

In de 19e eeuw ging het theeleuten gewoon door. Op 8 juni 1823 noteerde Jacob van Lennep in zijn reisverhaal: “Na de wandeling plaatsten wij ons allen op een’ langen halfronden bank tegenover het huis staand, en dronken van half vijf tot half negen een dertigtal kopjens thee […]”. Gemiddeld 7½ kopje per uur! Het reisdagboek bevat ook deze typerende zin: “Teruggekeerd bij de dames in de koepelkamer dronken wij thee en zagen op een groot veld de schutterij exerceeren.”

 

Referenties
Het dagverhaal van Aafje Gijsen, 1773-1775, toegelicht en van aantekeningen voorzien door J.W. van Sante.
Nederland in den goeden ouden tijd. Zijnde het dagboek van hunne reis te voet, per trekschuit en per diligence van Jacob van Lennep en zijn vriend Dirk van Hogendorp door de Noord-Nederlandsche provintiën in den jare 1823.



» Theeleuten in het luchthuis.
» Met de wagen langs Gooise boekweitvelden.
» Romantiek in de 18e eeuw.
» index


Geplaatst op 20 januari 2015, het laatst gewijzigd op 18 februari 2015.

© de 5e Verdieping 2015