Mottig weer
N.W.W. mottigh weer.
(05-06-1669)S.wintie mottigh weer.
(30-09-1669)
In de Dikke Van Dale heeft mottig twee lemmas: mottig aangetast door de mot, een afleiding van mot motvlinder (de mottige jas van Dorus), en mottig mistig, nevelig, een afleiding van mot motregen (mottig weer). Mottig duikt geregeld op in het journaal van Claas Caeskoper, waarin een belangrijke plaats is ingeruimd voor weerkundige notities. In zijn tijd moet mottig een gangbaar woord zijn geweest; het WNT geeft althans 17e-eeuwse attestaties van o.a. Cats, Vondel en Constantijn Huygens jr.
Laten Gerrit Hiemstra, Willemijn Hoebert of Marco Verhoef het woord weleens vallen?
En in hoeverre zijn mottig en druilerig synoniem?
Referenties
Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), lemma mottig II (gepubliceerd in 1908).
» Bestaat het woord motteren?
» Komt heiig van hei?
» Beetje klef weer.
» Mokkerig bij Nescio.
» Zichtig bij Nescio.
» index
Geplaatst op 3 december 2014.
© de 5e Verdieping 2014