Zichtig bij Nescio
2 Juni Maandag. Naar Harderwijk, als voren. Zichtig.
(Natuurdagboek, 02-06-1947)
Zichtig, het woord staat in het WNT:
Helder, klaar, doorzichtig; inz. van de lucht, de atmosfeer, het weder, ook van water. Veroud., maar nog gewest. in N.-Nederl. [nog in ca. 1994 gewestelijk in Noord-Nederland].
Zichtig is dialect, Standaardnederlands is helder. De tekstbezorger van Nescios Natuurdagboek, Lieneke Frerichs, noemt het in haar aantekeningen “Noord-Hollands, verouderd”. Is zichtig een verkorting van doorzichtig of een afleiding van zicht? Gegeven de productiviteit van het achtervoegsel -ig in Noord-Hollandse dialecten is het goede antwoord ongetwijfeld B: zichtig is afgeleid van zicht.
Een mooi, dialectisch antoniem van zichtig is diezig, dijzig nevelig, afgeleid van dies, dijs nevel, mist (in het Nederlands verouderd, maar in het Noors als dis /dies/ nevel nog springlevend).
Referenties
Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), lemmas dijs en onder zichtII (gepubliceerd in 1911 resp. 1994).
J.H.F. Grönloh (ps. Nescio), Natuurdagboek 1946-1955, 1996. Bezorgd door Lieneke Frerichs.
» Laveloos bij Nescio.
» Mokkerig bij Nescio.
» Sikker bij Nescio.
» Zuurstang bij Nescio.
» Komt heiig van hei?
» index
Geplaatst op 14 februari 2014, gewijzigd op 14 april 2018.
© de 5e Verdieping 2014-2018