Dodder ‘dotterbloem’ (Caltha palustris)


Pinksterbloemen (paarse en witte). De moerasjes met dodders. De eerste boterbloemen. Speenkruidjes. Een vrachtauto met een wolk stof er achter (zomer!).
(J.H.F. Grönloh (ps. Nescio), Natuurdagboek, 15-04-1952)


dotterbloem (foto: Frode Nagel)

Nescio had een zwak voor de ‘dodder’, want regelmatig noemt hij deze plant in zijn Natuurdagboek. Zowel het WNT als de Dikke Van Dale geven bij dodder als betekenis ‘huttentut’ (Camelina sativa, een kruisbloemige plant met gele bloemen), maar Nescio had ongetwijfeld de dotterbloem op het oog, een algemene moerasplant, ook met gele bloemen. Dodder is een nevenvorm van dotter, zoals uit het EWN valt op te maken. Heeft dodder zich soms uit dotter ontwikkeld onder invloed van (lis)dodde?




Referenties
J.H.F. Grönloh (ps. Nescio), Natuurdagboek 1946-1955, 1996. Bezorgd door Lieneke Frerichs.
Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), lemma dotter (gepubliceerd in 1911).
Etymologisch woordenboek van het Nederlands (EWN) 1: A-E, 2003, lemma dotterbloem.



» De etymologie van dotterbloem.
» Laveloos bij Nescio.
» Mokkerig bij Nescio.
» Sikker bij Nescio.
» Zichtig bij Nescio.
» Zuurstang bij Nescio.
» index


Geplaatst op 15 april 2014, gewijzigd op 23 april 2020.

© de 5e Verdieping 2014-2020