5V 7: wolkeloos

Is het een wolkeloze hemel of een wolkenloze hemel?


Volgens de pannenkoekregel schrijf je de uh-klank in een samenstelling als /pannuhkoek/ met een tussen-n als het eerste deel van de samenstelling een woord is dat alleen een meervoud heeft dat eindigt op -en.
Anders gezegd: omdat de woorden pan, boer, hond en kat alleen een meervoud hebben op -en (namelijk pannen, boeren, honden, katten), schrijven we pannenkoek, boerenkaas, hondenhok en kattenstaart.
En daarom is het ook wolkendek, wolkenhemel, wolkenkrabber, wolkenveld.

MAARRR … woorden die eindigen op -loos zijn geen samenstellingen, maar afleidingen, want -loos is geen zelfstandig woord, maar een achtervoegsel. Daarom krijgen woorden die eindigen op -loos GEEN tussen-n. Dus schrijven we grenzeloos, tandeloos, vlekkeloos en vruchteloos, ook al hebben grens, tand, vlek en vrucht alleen een meervoud dat eindigt op -en. En daarom is het ook:

wolkeloos

Het was helemaal onbewolkt. Er was geen wolkje aan de lucht. Het was een wolkeloze hemel.

 

(Als het eerste woord van de afleiding een woord is dat zelf eindigt op een n, dan schrijf je natuurlijk wel een n, zoals in gewetenloos, levenloos, meedogenloos en wezenloos. In die woorden is de n namelijk geen tussen-n, maar gewoon de laatste letter van het eerste woorddeel!)

 

In het Witte Boekje (met de niet-officiële ‘witte spelling’) wordt een onderscheid gemaakt tussen wolkenloos ‘zonder wolken’ en wolkeloos ‘helder, zorgeloos’. Maar dat is moeilijkdoenerij.



» Kosteloos of kostenloos?
» Vlekkeloos of vlekkenloos?
» index


Geplaatst op 23 maart 2010, het laatst gewijzigd op 3 december 2011.

© de 5e Verdieping 2010-2011