Waarom heet de pimpelmees ‘pimpelmees’?


pimpelmees

De oudst bekende vermelding van het woord pimpelmees in het Nederlands dateert uit 1567. Het Duitse woord Pimpelmeise wordt al vermeld in 1544. Als je een verklaring zoekt voor de betekenis van pimpelmees kun je daarom goed bij het Duits te rade gaan.

In het Duits bestaat het werkwoord pimpeln. Dat betekent ‘kermen; zich aanstellen’. De letterlijke betekenis is ‘het geluid pim, pim, pim maken’ (vergelijk het maar met ons woord piepen). Jac. P. Thijsse schreef hij over de pimpelmees: “Bovendien heeft hij nog een zeer mooi zilveren lachend geluidje: ‘pim-im-im-im-im-im-im’; snel, welluidend en liefelijk.” Deze beschrijving van het ‘zilveren lachje’ van de pimpelmees past naadloos bij de grondbetekenis van het Duitse werkwoord pimpeln.

Er zijn verschillende verklaringen voor het woord pimpelmees voorgesteld, o.a. dat pimpel ‘vlinder’ zou betekenen of zou slaan op de geringe grootte of op het blauwe kapje van de pimpelmees. Maar de aannemelijkste verklaring lijkt me die van Klaas Eigenhuis: de pimpelmees heet ‘pimpelmees’ vanwege zijn geluid.

 

Referenties
Jac. P. Thijsse, Het Vogeljaar, 1904.
Klaas J. Eigenhuis, Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen, 2004.
Etymologisch woordenboek van het Nederlands (EWN) 3: Ke-R, 2007, lemma pimpelmees.



» De etymologie van koolmees.
» Het gevleugelde pepernootje.
» index

» Etymologiebank: het lemma pimpelmees.
» Vogelbescherming Nederland: pimpelmees.


Geplaatst op 5 november 2010, het laatst gewijzigd op 16 mei 2013.

© de 5e Verdieping 2010-2013