Zaans duiker ‘rietsigaar’


Een van de publicaties die zijn opgenomen in Etymologiebank.nl is Planten en hun naam: een botanisch lexicon voor de Lage Landen van H. Kleijn. Het is een met liefde en kennis van zaken geschreven boek, waarin behalve officiële plantennamen ook dialectnamen aan bod komen. Zoals duiker, een woord dat aan de Zaan nog gangbaar is. Zelf ken ik het woord uit Wormerveer.¹ Maar de duiker heet niet in elk Zaandorp zo. Dat ondervond ik toen ik op de middelbare school onder Assendelvers kwam. Die noemden duikers ‘dulen’. Een wonderlijk ervarinkje.

De duiker is de sigaarvormige, chocoladekleurige vrouwelijke aar van de lisdodde, de rietsigaar. In Planten en hun naam wordt duiker zo verklaard: “De namen Duikelaar en Duikers zijn volgens ons ook afkomstig van een kinderspelletje: zij gooiden de kolven boven het water in de lucht, deze doken dan onder en kwamen na een poosje met de steel weer boven water.” Zo dacht ook Boekenoogen erover: “De bloem wordt door de jongens afgeplukt en te water gegooid; hij duikt dan onder en komt na een poos, met den steel boven, weêr aan de oppervlakte. De naam is ontleend aan dit duikelen.”




1 Zo ook bij Eduard Visser, onder het hoofdstukje ‘Jongenswerk’: “Duikers plukken op verboden gebied”.


Referenties
G.J. Boekenoogen, De Zaansche volkstaal, 1897, lemma’s duikelaar en duul.
H. Kleijn, Planten en hun naam; een botanisch lexicon voor de Lage Landen, 1e druk 1970.
Eduard Visser, Kind van Wormerveer, 2003, p. 57.



» Zaans kiskossen.
» Zaans sibberen.
» index


Geplaatst op 19 juli 2016, gewijzigd op 13 maart 2020.

© de 5e Verdieping 2016-2020