Houtduiven en kleiduiven


Een houtduif is een duif, maar hij is niet van hout.
Een kleiduif is (vaak) van klei, maar het is geen duif.

De houtduif (Columba palumbus) is onze algemeenste en grootste duif. Je komt hem overal tegen en dat maakt hem erg geschikt voor kerndoel 40.¹ Hij heeft twee witte halsvlekken² en een prachtig paars-grijs verenkleed.
Een kleiduif is een schijfje dat wordt afgeschoten met een werpmachine. De schutter moet het met een hagelgeweer zien te raken.

Het woord houtduif is al bekend uit het Vroegmiddelnederlands (het Nederlands uit de periode 1200-1500). Het Glossarium Bernense, een woordenboek uit ± 1240, vermeldt:

holtduue, zie rincduue [duue = duve = duif]

rincduve vel holtduue, palumbes

Hout- in houtduif betekent ‘bos’.³ In die betekenis kennen we het nog van toponiemen als Alkmaarderhout, Haarlemmerhout en Vierhouten.




1 “De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving.”
2 Vandaar de Nederlandse dialectnamen ringduif en ringelduif en de officiële Duitse naam Ringeltaube.
3 In het Engels heet de houtduif officieel woodpigeon.


Referenties
Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW), lemma houtduve.
H. Blok & H.J. ter Stege: De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis, 1e druk 1995, 2e druk 2000.



» De etymologie van fuut.
» De etymologie van koet.
» index


Geplaatst op 12 januari 2015.

© de 5e Verdieping 2015