Wat is er bijzonder aan het woord grofvuil?


Het woord grofvuil lijkt een heel gewone samenstelling van het bijvoeglijk naamwoord grof en het zelfstandig naamwoord vuil. Maar er is wat geks mee. Want bij samenstellingen ligt de klemtoon normaal op het eerste deel: grófwild, húísvuil, vúílstort enz. Maar bij grofvuil ligt de klemtoon op het rechterdeel: grofvúíl, alsof het een woordgroep is (maar in dat geval zou je grof vuil schrijven, met een spatie).

De samenstelling grofvuil verscheen zo’n eeuw geleden mondjesmaat in de Nederlandse kranten:

Bovendien is er nog een grofvuil-oven, die dient om voorwerpen van groote afmeting of bijzondere geaardheid te verbranden.
(24-01-1919, Nieuwe Rotterdamsche Courant)

B. en W. [van Amsterdam] vragen de machtiging van den Raad tot het aanschaffen van 100 ijzeren bakken tot het vervoer van bedrijfsvuil, grofvuil enz. (…).
(05-08-1926, Algemeen Handelsblad)

De wagen weegt 3650 Kg. en kost ƒ 7600. Hij bevat ook een aparte bak, waarin het grofvuil kan worden geborgen, een bak van 1.6 M3.
(08-02-1933, Nieuwe Leidsche Courant)



» Diksap of dik sap?
» index


Geplaatst op 8 juni 2012.

© de 5e Verdieping 2012