Waarom schrijf je diksap aan elkaar?


Het woord diksap (uitgesproken als /díksap/, met de klemtoon op de eerste lettergreep) betekent niet gewoon ‘dik sap’ maar ‘ingedikt vruchtensap’. Dik sap (uitspraak /dik sáp/) is een woordgroep, diksap is een samenstelling, gevormd uit het bijvoeglijk naamwoord dik en het zelfstandig naamwoord sap. Zulke samenstellingen worden A+N-samenstellingen genoemd (A van adjectief, bijvoeglijk naamwoord, N van nomen, zelfstandig naamwoord).
Voorbeelden van A+N-samenstellingen zijn: diksap, fijnstof, grootouder, kleinkind, nieuwwaarde, sneltrein, verswaren, witbrood.

Bij A+N-samenstellingen vallen een paar dingen op:

1) Het bijvoeglijk naamwoord wordt niet verbogen.

Het is (een) grote ouder, maar (een) grootouder.
Het is (een) kleine zoon, maar (een) kleinzoon.
Het is (een) snelle trein, maar (een) sneltrein.
Het is verse waren, maar verswaren.

2) Het hoofdaccent ligt op het linker deel van de samenstelling (net als bij andere samenstellingen).

Bij een woordgroep ligt de klemtoon op het hoofdwoord: klein kínd.
Maar bij A+N-samenstellingen ligt de klemtoon bijna altijd op het eerste deel:

díksap, gróótouder, kléínkind, snéltrein, vérswaren.

3) De betekenis volgt niet automatisch uit de betekenis van de woorden waaruit de samenstelling is opgebouwd.

Een klein kind is een kind dat klein is, maar een kleinkind hoeft geen klein kind te zijn: Hun oudste kleinkind is 2 meter.
Een snelle trein is een trein die snel is, maar een sneltrein is niet noodzakelijk snel: De sneltrein is vertraagd; je kunt beter de stoptrein nemen.



» Wat is er bijzonder aan de spelling grofvuil?
» Plasticafval in plastic zakken.
» index


Geplaatst op 5 juni 2012, gewijzigd op 29 januari 2014.

© de 5e Verdieping 2012-2014