De opening van Of Mice and Men


A few miles south of Soledad, the Salinas River drops in close to the hillside bank and runs deep and green. The water is warm too, for it has slipped twinkling over the yellow sand in the sunlight before reaching the narrow pool. On one side of the river the golden foothill slopes curve up to the strong and rocky Gabilan mountains, but on the valley side the water is lined with trees – willows fresh and green with every spring, carrying in their lower leaf junctures the debris of the winter’s flooding; and sycamores¹ with mottled, white, recumbent limbs² and branches that arch over the pool. On the sandy bank under the trees the leaves lie deep and so crisp that a lizard makes a great skittering if he runs among them. Rabbits come out of the brush to sit on the sand in the evening, and the damp flats are covered with the night tracks of ’coons³, and with the spread pads of dogs from the ranches, and with the splitwedge tracks of deer that come to drink in the dark.
  There is a path through the willows and among the sycamores, a path beaten hard by boys coming down from the ranches to swim in the deep pool, and beaten hard by tramps who come wearily down from the highway in the evening to jungle-up near water. In front of the low horizontal limb of a giant sycamore there is an ash pile made by many fires; the limb is worn smooth by men who have sat on it.



Vertaling Clara Eggink (1940)

Een paar mijl ten zuiden van Soledad stroomt de rivier de Salinas dicht langs de oever aan de zijde der heuvels en wordt diep en groen. Warm is het water ook, want het is glinsterend over het gele zand in de zon gegleden voordat het de smalle kreek bereikt. Aan de ene kant van de rivier buigen de gouden hellingen van de heuvels aan de voet omhoog naar het sterke en rotsachtige Cabilangebergte, maar aan de kant van het dal staan er bomen langs het water – wilgen, die iedere lente fris en groen zijn en in de holte tussen hun laagste takken het aanspoelsel van de wintervloed dragen; en wilde vijgen met gevlekte, witte, achterovergebogen stammen en takken die zich over de kreek welven. Op de zandige oever onder de bomen liggen de bladeren hoog en zo dor, dat een hagedis een luid geschuifel veroorzaakt als hij erdoor loopt. ’s Avonds komen er konijnen uit het struikgewas om in het zand te zitten en de vochtige plekken zijn bedekt met de nachtelijke sporen van wasberen, de gespreide sporen van honden van de hoeven en de gespleten sporen van herten, die in de duisternis komen drinken.
  Er is een pad door de wilgen en onder de wildevijgenbomen door, een pad dat plat gelopen is door jongens die van de hoeven komen om te zwemmen in de diepe kreek, plat gelopen door zwervers die vermoeid van de grote weg afslaan om ’s avonds nabij water te rusten. Voor de lage horizontale tak van een reusachtige wilde vijg ligt een hoop as ontstaan, door vele vuren; de stam is glad geworden door de vele mannen die erop gezeten hebben.



Vertaling Peter Bergsma (2018)

Een paar kilometer ten zuiden van Soledad stroomt de Salinas dicht langs de oever aan de heuvelkant en is het water diep en groen. Ook is het warm, want het is glinsterend over het gele zand in de zon gegleden voordat het de smalle poel bereikte. Aan de ene kant welven de gouden heuvels zich omhoog naar het krachtige en rotsige Gabilangebergte, maar aan de valleikant staan er bomen langs het water – wilgen, elke lente weer fris en groen, met tussen waar hun onderste bladeren samenkomen nog de restanten van de winterse overstroming; en platanen met vlekkerige, witte, achteroverleunende, dikke en dunnere takken die zich over de poel buigen. Op de zandoever onder de bomen ligt een dikke laag bladeren die zo broos zijn dat een hagedis ze alle kanten op laat vliegen als hij erdoorheen rent. ’s Avonds komen er konijnen uit het struikgewas om op het zand te zitten, en de vochtige zandbanken zijn bedekt met de nachtelijke sporen van wasberen, en met de gespreide pootafdrukken van ranchhonden, en met de V-vormige hoefsporen van herten die in het donker komen drinken.
  Er loopt een pad door de wilgen en tussen de platanen, een pad dat is aangestampt door jongens die van de ranches komen om in de diepe poel te zwemmen, en is aangestampt door zwervers die ’s avonds vermoeid omlaag komen van de grote weg om gezamenlijk aan de waterkant te kamperen. Voor de lage horizontale tak van een reusachtige plataan ligt een ashoop van de vele vuren; de tak is glad gesleten door mannen die erop hebben gezeten.




1 sycamores ‘platanen’.
2 limbs ‘grote, dikke takken’.
3 ’coons = raccoons ‘wasberen’.


Referenties
John Steinbeck, Of Mice and Men, 1937.
  –   Van muizen en mensen, vertaling Clara Eggink, 1940.
  –   Muizen & mensen, vertaling Peter Bergsma, 2018.



» Een dorsmachine in Of Mice and Men.
» De opening van A Farewell to Arms.
» Vissen in de Seine.
» index


Geplaatst op 19 augustus 2020, gewijzigd op 3 september 2020.

© de 5e Verdieping 2020