Welke adjectieven horen bij hittepetit?


Het grondwoord van hittepetit is hit ‘klein paardje’, een verkorting van hitlander. Hitlander is een afleiding van Hitland, een oude naam voor de Shetland Eilanden. Oorspronkelijk werd met hit(lander) specifiek de shetlandpony bedoeld.

Door verlenging is uit hit het persoonsaanduidende hittepetit gevormd.¹ “Verg. […] een woord als hotemetoot”, zegt het WNT. In deze moeder aller woordenboeken wordt hittepetit omschreven als ‘klein bedrijvig vrouwspersoon’, een definitie die door andere woordenboeken vrijwel ongewijzigd is overgenomen. Uit deze ‘oerdefinitie’ zijn dan om te beginnen klein en bedrijvig te destilleren.

Ewoud Sanders ziet bij een hittepitje “een klein, kittig vrouwtje” voor zich, “dat altijd druk-druk-druk is, bij voorkeur met tamelijk onbelangrijke zaken.” Druk en kittig passen ook mooi bij hittepetit. Grappige bijkomstigheid is dat kittig is afgeleid van kit (kid, ked, ket), dat net als hit als betekenis ‘paardje’ heeft.

Andere adjectieven?
Denk zelf aan energiek en pittig, en misschien ook kordaat en assertief.


Aanvulling van Sjouk: een hittepetit is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken.




1 Sanders schrijft dat deze verklaring al in 1856 in De Navorscher is aangedragen. Hittepetit was dus toen al in gebruik. Het moet een weinig frequent woord zijn geweest, want de krantendatabase van Delpher levert voor hittepetit geen enkele 19e-eeuwse hit op.




Uit De Navorscher:

In antwoord aan den Heer C. P. ROOS, omtrent de afleiding en beteekenis van het woord „hittepetit,” dient, dat de eerste helft zeker zijn’ oorsprong vindt van de hitjes of kleine schotsche paardjes, terwijl de tweede helft „petit”, niets anders kan zijn, dan het fransche woord petit (klein), dat door een’ onbekende met die taal echter wordt uitgesproken, zoo als het gespeld is. De eigenschap van het geheel zal zeer gevoegelijk kunnen gegeven worden aan iemand, die klein van gewas, doch overigens in zijne handelingen van zessen klaar is, en nog al een kregelen of moedigen aard heeft. Dit is de bescheiden meening van J. J. M. Oz.

Redactioneel commentaar:

Het is mogelijk, dat J. J. M. Oz. juist ziet, wanneer hij het eerste gedeelte van dit woord beschouwt, als genomen van hit = hitlandsch paard; maar is dit zoo, dan is, naar ons oordeel, het laatste gedeelte niets anders, dan een verlenging van het woord, door middel van eene daarop rijmende syllabe. Die verlenging geeft te kennen, dat de handeling, door het woord aangeduid, indien het een werkwoord is of een zelfstandig naamw., dat eene werking uitdrukt, of de handeling, waardoor een mensch of dier zich bijzonder onderscheidt (indien het een persoonlijk zelfst. naamw. is), gedurig herhaald wordt. Hossebossen b. v. is hetzelfde als hossen voor hotsen, hikkebik wordt in Friesland gewoonlijk gebruikt voor hik, en hittepetit, zoo het althans van hit afkomt, is niet anders dan dat woord zelf, maar op deze wijze verlengd om er een vrouw of meisje mede aan te duiden, klein van persoon, die altijd in beweging is, gedurig heen en weêr draaft.




Referenties
Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), lemma’s hittepetit en hitI (gepubliceerd in 1904).
De Navorscher, jg. 6, 1856, p. 120.
Ewoud Sanders, ‘Hittepetit’, Woordhoek, NRC Handelsblad, 03-08-2001.
Etymologiebank.nl, lemma’s hittepetit, hit en kittig.



» Hittepetitjes in Het woeden der gehele wereld.
» Het meervoud van hittepetit.
» Adjectieven bij einzelgänger.
» index


Geplaatst op 20 september 2016, gewijzigd op 10 oktober 2016.

© de 5e Verdieping 2016