Waar komt het woord kerststol vandaan?


Een stol is een groot, langwerpig brood, gevuld met noten, rozijnen en spijs en bestrooid met poedersuiker. Het is luxe brood, dat dan ook vooral gegeten wordt tijdens hoogtijdagen, met name rond kerst. In het Duits heet zo’n brood Christstolle(n) of Weihnachtsstolle(n), kortweg Stolle(n). Duits Stolle ‘(kerst)brood’ gaat terug op Middelhoogduits Stolle en Oudhoogduits Stollo ‘stut, steunpilaar’. Het brood heet zo vanwege zijn langwerpige vorm (en zijn kloeke formaat?).

In Nederlandse kranten verschijnt het kerstbrood aanvankelijk niet onder de naam kerststol, maar onder zijn Duitse namen:

Kersbrood [sic]. (Sächsische Thüringer Weinachts Stolle) van heden af in diverse prijzen verkrijgbaar bij A. Katterfeld.
(23-12-1869, Algemeen Handelsblad)

Wiener Bäckerei von G. Burgstaller.
De Ondergeteekende heeft de Eer te berigten, dat in zijn Dépôt, Kalverstraat E 233, (over het Fransche Koffijhuis), gelegenheid bestaat tot het gebruiken van ververschingen. Zich voorgesteld hebbende, slechts goede waar tegen matige prijzen te leveren, vleit zich de ondergeteekende, met een druk bezoek te worden vereerd. Christstollen in elke grootte op bestelling geleverd. G. Burgstaller.
(idem)

WEIHNACHTSSTÖLLE [met umlaut] van af 25 cts. tot ƒ 1,50 per stuk.
(20-12-1900, Middelburgsche Courant)

Kerstkransen, Weihnachtsstölle, Kransjes en Sneeuwballen.
(idem)

Omstreeks 1900 doet het woord Kerststol zijn intrede, zijnde de vernederlandsing van Duits Christstolle(n)

Menu: Aardappelsoep; Gestoofde schelvisch; Gevulde gans; Wafelen.
Vegetarisch: Kastanjesoep; Schijngehakt van linzen; Aardappelen met spruitjes; Perenpannekoeken; Kerststollen van tarwebloem; Studentenhaver.
(28-12-1904, Rotterdamsch Nieuwsblad)

Kerstavond moeten er de wafels zijn en de zelf-gebakken Kerststol met het zwierige roode lint; …
(21-12-1929, Nieuwe Rotterdamsche Courant)

De laatste stap is het optreden van het simplex (niet-samengesteld woord): stol. Het EWN heeft deze attestatie:

Is de stol gaar, … dan halen wij het brood uit de oven.
(1931, Schager Courant)


1 Vgl. Duits Christbaum, Nederlands kerstboom.


Referenties
Etymologisch woordenboek van het Nederlands (EWN) 4: S-Z, 2009, lemma stol (soort brood).
Kluge Etymologisches Wörterbuch der deutschen Sprache, 25. Auflage 2011, lemma Stollen.



» De etymologie van oliebol.
» index


Geplaatst op 5 januari 2015.

© de 5e Verdieping 2015