Waarom heet kamperfoelie ‘kamperfoelie’?
wilde kamperfoelie
(Lonicera periclymenum)
foto: Frode Nagel
In de 16e eeuw heette kamperfoelie caprifolie,¹ naar de Latijnse naam caprifolium,² een samenstelling van capri (2e naamval, genitief, van caper ‘geit’) en folium ‘blad’. Caprifolium is dus letterlijk ‘geitenblad’.³ Uit caprifolie is de naam kamperfoelie ontstaan doordat de onbekende woorddelen capri- en -folie werden vervangen door de herkenbare woorddelen kamper- en -foelie, vast en zeker onder invloed van de woorden kampernoelie ‘(eetbare) paddenstoel’ en foelie ‘bepaalde specerij’, en mogelijk ook de naam van de oude Hanzestad Kampen. Het EWN geeft als vroegste vermelding van kamperfoelie het jaar 1670.
1 Het EWN geeft als vroegste vermelding van caprifolie 1567.
2 De Latijnse naam zit nog in de wetenschappelijke naam van de tuinkamperfoelie: Lonicera caprifolium.
3 Dodonaeus beschrijft de kamperfoelie onder de naam Gheytenbladt en geeft als synoniem Mammekens cruyt. Hij vermeldt ook Caprifolium, als naam die apothekers gebruiken, m.a.w. als artsenijnaam.
Referenties
Rembert Dodoens (alias Dodonaeus), Cruijdeboeck, 1554.
Etymologisch woordenboek van het Nederlands (EWN) 2: F-Ka, 2005, lemma kamperfoelie.
» De plantnaam dotterbloem.
» De plantnaam guichelheil.
» De plantnaam paardenbloem.
» De plantnaam speenkruid.
» index
Geplaatst op 2 juli 2014.
© de 5e Verdieping 2014