De capelletjes van Aafje Gijsen


koorkap (foto: Museum Catharijneconvent)

middeleeuwse bisschopsmantel 
foto: Museum Catharijneconvent 

Op pagina 124 van de Dialectatlas van het Nederlands staat een kaartje met woorden voor ‘vlinder’. De Zaanstreek ligt net in het vlinder-gebied. Direct onder de Zaanstreek, bij Amsterdam, begint het kapel-gebied, dat bijna de gehele Randstad beslaat. Dit alles is verleden tijd: in de toelichting schrijft de taalkundige Jan Stroop dat vlinder de andere namen bijna overal verdrongen heeft.

Het woord kapel voor ‘vlinder’¹ is mij uit de Zaanstreek volslagen onbekend. Verrassend genoeg kwam ik het tegen in het 18e-eeuwse dagverhaal van de Zaandamse juffer Aafje Gijsen, in de vorm capelletjes ‘kapelletjes, vlindertjes’.

Wy dieverteerde [we vermaakten] ons zeer wel en ginge teegen den avond het patje eens rond wandelen, zaagen een Zuurnaamse aap, conyn, schilpat, en eeniege opgezetten capelletjes. Ook nog een worm, groote spin & eeniege slange in sterk waater. Dit alles was meeden gebragt door Klaas Vandel, die daags van te vooren uyt Suurnaamen tuys was gekoomen.
(25-06-1774)

Kapelletje is de verkleinvorm van het woord kapelle. Dat gaat terug op Middellatijn capella, de verkleinvorm van cappa ‘mantel’. Het benoemingsmotief is de overeenkomst tussen de tekening van de vleugels en het patroon van met borduursel versierde mantels. De taalkundige C.B. van Haeringen noemt in dit verband heel treffend de vlindernaam rouwmantel.² Behalve de tekening zal ook de vorm een rol hebben gespeeld.³ Zie de foto van de fraaie koorkap van David van Bourgondië, bisschop van Utrecht van 1456 tot 1496, te zien in het Utrechtse Catharijneconvent.

 

 

1 De grote ijsvogelvlinder heette vroeger officieel ‘Nijmeegse kapel’. Kwam o.a. voor in de buurt van Nijmegen.
2 Een ander voorbeeld is keizersmantel.
3 Zie Weijnen, boterkapelle.

 

Referenties
Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), lemma kapelle (III).
A.A. Weijnen, Etymologisch dialectwoordenboek, 1996, lemma’s kapel en boterkapelle.
Nicoline van der Sijs (red.), Dialectatlas van het Nederlands, 2011.
Jan Stroop, Vlinder en zijn heteroniemen, Neder-L d.d. 06-08-2013.



» Hoe oud is het woord vlinder?
» index


Geplaatst op 10 juni 2014, het laatst gewijzigd op 2 december 2014.

© de 5e Verdieping 2014