Waarom heet smeerwortel ‘smeerwortel’?


smeerwortel (foto: Frode Nagel)

Smeerwortel (Symphytum officinale) is een opvallende en algemene plant, met paarse, witte of rode bloemen, en ruwe bladeren en stengels. Hij groeit vooral langs de waterkant en op vochtige grond, maar ook wel op drogere plaatsen. Vroeger was smeerwortel een artsenijkruid, een medicinale plant. Dat blijkt al uit de naam, want smeer- betekent hier ‘smeersel, papje, zalfje’. Het smeersel werd bereid uit de penwortel van de smeerwortel. Volgens de 16e-eeuwse arts-botanicus Dodonaeus was het onder meer goet tseghen dat bloet spouwen ende alle inwendighe quetsueren en geneesde het alle versche wonden gelijck een plaester daer op gheleyt. Bij Dodonaeus heet smeerwortel overigens nog waelwortel. Hij gebruikt de plantennaam smeerwortel wel, maar dan voor hemelsleutel (Sedum telephium).




Referenties
Rembert Dodoens (alias Dodonaeus), Cruijdtboeck, ed. 1554.
Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), lemma’s smeerwortel en smeerII (gepubliceerd in 1931).



» De etymologie van dotterbloem.
» De etymologie van paardenbloem.
» De etymologie van speenkruid.
» Dodder bij Nescio.
» index

» Etymologiebank: het lemma smeerwortel.
» FLORON Verspreidingsatlas: de smeerwortel.


Geplaatst op 2 mei 2014.

© de 5e Verdieping 2014