De plaatsnaam Rodenrijs
Berkel en Rodenrijs is een Zuid-Hollands dubbeldorp, dat bestaat uit Berkel en Rodenrijs. Rodenrijs wordt voor het eerst genoemd in 1156, geschreven als Roderisa. Het tweede deel van deze naam is het woord rijs, dat rijshout (buigzame takken) betekent. Dat woord zit ook in plaatsnamen als Rijsbergen en Rijswijk. Rijshout werd vroeger veel gebruikt, onder andere om manden te maken en wanden van huizen en boerderijen.
Voorheen dacht men dat het eerste deel van de plaatsnaam Rodenrijs het zelfstandig naamwoord rode bosontginning was. Maar tegenwoordig gaat men ervan uit dat rode hier het bijvoeglijk naamwoord rood is.
Rood rijshout?
Dan denk je onmiddellijk aan de rode kornoelje, de struik waarvan de twijgen in de herfst en de winter rood zijn en zo sprookjesachtig kunnen afsteken tegen de sneeuw. Hoe bijzonder de rode kornoelje ook lijkt, het is een inheemse plant. In Bergschenhoek (een buurdorp van Berkel en Rodenrijs) zijn prehistorische visfuiken van 6200 jaar oud opgegraven. De fuiken waren gevlochten van twijgen van de rode kornoelje.
Referenties
Oudnederlands woordenboek (ONW), lemmas rijs en rood.
G. van Berkel & K. Samplonius, Nederlandse plaatsnamen; herkomst en historie, 3e druk 2006, lemmas Rodenrijs, Rijsbergen en Rijswijk.
» Etymologiebank: lemma Rodenrijs.
Geplaatst op 1 juni 2012, het laatst gewijzigd op 22 maart 2024.
© de 5e Verdieping 2012-2024