Ik tiep, ik typ of ik type?

Ons woord typen is ontleend aan het Engelse werkwoord (to) type. Bijna iedereen spreekt het Nederlandse werkwoord typen uit als /tiepen/, een enkeling als /tijpen/. Maar al zeggen we /tiepen/, we schrijven niet tiepen, maar typen. De y van het Engelse to type is dus in het Nederlands behouden.

In het Engels schrijf je in de eerste persoon enkelvoud I type. Maar het woord typen is een Nederlands werkwoord, gevormd met de Nederlandse uitgang -en, en wordt dan ook volgens de regels van het Nederlands vervoegd.

Als je een werkwoord vervoegt, krijg je in de eerste persoon enkelvoud (dus bij ‘ik’) alleen de stam van het werkwoord.
De stam is het hele werkwoord min de uitgang -en.

fietsen,  stam fietsik fiets
douchen,  stam douchik douch
typen,  stam typik typ


Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott):

ik typ
jij, hij/zij typt
wij, jullie, zij typen

Onvoltooid verleden tijd (ovt):

ik, jij, hij/zij typte
wij, jullie, zij typten


Verwarrend is dat je in samenstellingen wel een e schrijft:

typediploma
typefout
typekamer
typemachine
typewerk



» Ik douch of ik douche?
» Is typefout fout?
» Alle 13 spelling.
» index


Geplaatst op 19 april 2011.

© de 5e Verdieping 2011