Ik ga op reis en ik neem mee…

een fauteuil


Het woord fauteuil ziet er erg Frans uit, en inderdaad hebben we het uit het Frans geleend. Maar er iets bijzonders aan de hand, want het Oudfranse¹ woord voor fauteuil was faudestoel en dát ziet er niet Frans uit.² Het komt oorspronkelijk uit het Frankisch, de taal van de Franken.³ Frankisch *faldistōl betekent letterlijk ‘vouwstoel’. Het woord is in het middeleeuws Latijn opgenomen als faldistolium. Een faldistolium was een met houtsnijwerk versierde klapstoel die werd meegenomen op reis, bijvoorbeeld door een wijbisschop als die door zijn missiegebied ging toeren.




1 Het Oudfrans is het Frans van vóór 1350.
2 De vorm faudestoel is opgetekend in het Chanson de Roland (± 1080).
3 De Franken waren een groep van Germaanse stammen. Na de val van het Romeinse Rijk veroverden ze een groot deel van wat nu België en Frankrijk is. Daarom heet Frankrijk ook ‘Frankrijk’.


Referenties
Etymologisch woordenboek van het Nederlands (EWN) 2: F-Ka, 2005, lemma fauteuil.
Jean Dubois, Henri Mitterand & Albert Dauzat, Larousse Grand Dictionnaire Étymologique & Historique du français, 2022, lemma fauteuil.



» index

» Etymologiebank: het lemma fauteuil.


Geplaatst op 20 september 2010, gewijzigd op 3 december 2024.

© de 5e Verdieping 2010-2024