puzzeltje voor in de klas

Gebonsd of gebonst? (Als je niet weet of het bonsen of bonzen is)


Gebonsd of gebonst?
Leerlingen die hier ’t kofschip op loslaten, zullen allereerst worden geconfronteerd met de vraag of je bonsen of bonzen schrijft. Lang niet iedereen zal het antwoord weten.

Bonsde of bonste?
Een optie is om eerst de verledentijdsvorm te bepalen, want daar is de d of de t te horen: zeg je ‘hij bonsde’ of ‘hij bonste (op de deur)’?
Vindt de leerling dat je ‘bonsde’ zegt, dan moet ook het deelwoord op een d eindigen: gebonsd
(Maar ook hier geldt dat niet iedereen het antwoord zal weten!)

Bonsen of bonzen?
Volgens ’t kofschip eindigt het voltooid deelwoord op een d als de stam van het werkwoord eindigt op een medeklinker die niet in ’t kofschip zit.
Laat nu ’t kofschip even achteruitvaren:
Uitgaande van gebonsd moet de stam van bon?en eindigen op een z, want die letter zit niet in ’t kofschip. Dus is het bonzen.

bonzenbonsde – (heeft) gebonsd

bonzen – bonsde(heeft) gebonsd
blozen – bloosde(heeft) gebloosd
grazen – graasde(heeft) gegraasd
grijnzen – grijnsde(heeft) gegrijnsd
hozen – hoosde(heeft) gehoosd
kneuzen – kneusde(heeft) gekneusd
lozen – loosde(heeft) geloosd
peinzen – peinsde(heeft) gepeinsd
plenzen – plensde(heeft) geplensd
reizen – reisde(heeft) gereisd
suizen – suisde(heeft) gesuisd
enz.²

De spelling bonzen zal vaak een lastig geval blijven. Iets om in te slijpen.


1 Omgekeerd wordt de verledentijdsvorm immers gebruikt om te controleren of het voltooid deelwoord inderdaad op een d of een t eindigt.
Voorbeeld: (is) verhuisd, je hoort ook een d in ‘verhuisde’. Omgekeerd: zeg je ‘verhuisde’, dan is het deelwoord (is) verhuisd.
2 Instinkertje: blazen – … – (heeft) ge…



» Hoe spel je het voltooid deelwoord van prijzen?
» Alle 13 spelling.
» index


Geplaatst op 26 maart 2015.

© de 5e Verdieping 2015