Wat betekent heren- in herenhuis?


’t Heerenhuis, Spijkerboor

’t Heerenhuis te Spijkerboor 
foto uit 1936 

Een herenhuis is een groot, voornaam woonhuis, een ‘huis van een heer’. Het woorddeel heren- is hier niet de meervoudsvorm heren, maar de oude genitiefvorm (bezitsvorm) van heer, met de uitgang -en die ook zit in ’s-Gravenhagehage van de graaf’ en in Zo las Baruch in dat boek de woorden van Jeremia in des HEEREN huis [in het huis (de tempel) van de Heer] (Statenbijbel, Jeremia 36:10).

Het woord herenhuis in zijn gangbare betekenis spreek je uit met de klemtoon op de eerste lettergreep: /hérenhuis/. In Noord-Holland heb je ook een herenhuis met de klemtoon op het rechterlid: /herenhúís/, net als in /Herengrácht/. Een herenhúís was het etablissement waar de heren polderbestuurders bijeenkwamen om te beraadslagen en te tafelen. Enkele eeuwenoude herenhuizen hebben nog altijd een horecafunctie, zoals ’t Heerenhuis aan de dijk van de Wijde Wormer (bij Zaandam) en ’t Heerenhuis aan de Starnmeerdijk in – je weet wel – Spijkerboor.




Uit Het dagverhaal van Aafje Gijsen, 1773-1775 (journaal van een jongedame uit Zaandam, bezorgd door J.W. van Sante) d.d. 17 juli 1773:

Doen wij ge-eete hadden ginge wij met de boejer na de Wormer zeylen en reede doen van het Heeren huys af tot aan de boeren plaats van Gerrit Visser.



» index


Geplaatst op 15 januari 2014, het laatst gewijzigd op 4 maart 2015.

© de 5e Verdieping 2014-2015